Achtergrond

Volkswagen Passat blaast 50 kaarsjes uit

april 15, 2023

Succesverhaal

Met meer dan dertig miljoen verkochte auto’s is de Passat na de Golf en de Kever één van de bestverkochte auto’s in de VW-groep. Dit jaar trekt Volkswagen het doek van de geheel nieuwe, negende generatie, maar het begon allemaal vijftig jaar geleden met de B1.

Passat B1 (1973-1980)

Volkswagen had lang vertrouwd op de beproefde maar verouderde luchtgekoelde boxermotor achterin, maar gooide het vanaf 1973 met de Passat met watergekoelde techniek, voorwielaandrijving en moderne looks over een heel andere boeg. De Passat was bedoeld als opvolger van de Volkswagen Type 3 en werd gepositioneerd als een gezinsauto die meer ruimte en luxe bood dan de luchtgekoelde modellen en de latere Golf. 

Qua design markeerde de hoekige Passat een opvallende breuk met zijn luchtgekoelde, ronde voorgangers. Het was de Italiaanse auto-ontwerper Giorgetto Giugiaro die verantwoordelijk was voor de nieuwe designtaal. Nadat zijn oorspronkelijke ontwerp, de EA 272, om kostenredenen was afgeserveerd, ontwikkelde Giugiaro een nieuw model op basis van de Audi 80 B1. De nieuwe middenklasser van Volkswagen werd weliswaar gebaseerd op de Audi, maar waar die auto een traditionele sedan was, kreeg de Passat een schuin aflopende achterzijde. De Passat was een van de eerste auto’s die werd ontworpen met behulp van een windtunnel. Giugiaro’s creaties omvatten ook de eerste Scirocco en de iconische Golf I, modellen die Volkswagen in 1974 introduceerde. 

De Volkswagen Passat debuteerde in 1973 op de Autobeurs van Genève als tweedeurs en vierdeurs hatchback-sedan. De Passat Variant volgde in januari 1974. Toen de Passat voor het eerst werd gepresenteerd, was er enige verwarring over zijn naam. In Duitsland was de auto bekend als de Passat, maar in andere landen – zoals de Verenigde Staten – werd de auto verkocht als Dasher.

Drie benzinemotoren met maximaal 85 pk zorgden voor een top van bijna 170 kilometer per uur. De eerste generatie, die Volkswagen tot oktober 1980 bouwde, werd binnen de bouwperiode van zeven jaar uitgebreid met nog eens vijf motorvarianten. De sterkste van het stel was de 1,6-liter benzinemotor uit de GLI, die hij deelde met de eerste Golf GTI met 110 pk. Naast de benzinemotoren leverde Volkswagen vanaf 1978 voor het eerst ook een dieselmotor in de Passat. De 1,5-liter diesel leverde 50 pk en verbruikte 7,5 liter per 100 kilometer. Het kostte hem maar liefst 21 seconden om de 100 km/u te bereiken. Desondanks was de dieselversie buitengewoon populair bij veelrijders.

Passat B2 (1980-1988)

Moderne technologieën en meer efficiëntie: de Passat B2 werd geïntroduceerd in oktober 1980. Deze tweede generatie, die onder meer in Emden en Wolfsburg van de band liep, was aanzienlijk groter dan zijn relatief bescheiden voorganger. Hoewel de Passat B2 enkele onderscheidende stijlelementen van Giugiaro’s B1 behield, kreeg hij een kleine facelift waardoor hij er moderner en verfijnder uitzag. De Passat B2 werd aangeboden als hatchback sedan en als vijfdeurs Variant. De B2 was één van de eerste auto’s die werden gemaakt met behulp van de computer-aided design (CAD)-technologie. Dit hielp Volkswagen om de productie te versnellen en de kwaliteit van de auto te verhogen. Het was ook de eerste Volkswagen die gebruik maakte van de modulaire Volkswagen Group A2-platformarchitectuur, een modulair platform voor voorwielaangedreven auto’s dat later ook werd gebruikt voor andere Volkswagen-modellen – zoals de Golf, Jetta, Scirocco en Corrado – en bijvoorbeeld ook voor de Audi’s 80 en 90.

Binnen de productiefase van acht jaar was er keuze uit benzinemotoren variërend van 55 tot 140 pk en dieselmotoren tussen 55 pk en 80 pk. In combinatie met de 55 kW (75 pk) sterke 1,6-liter motor werd de Passat B2 aanvankelijk ook aangeboden als Formule E-versie. De Formule E van Volkswagen had allerlei innovaties die tegenwoordig heel normaal zijn, zoals een start/stop-systeem. Vanaf 1984 lanceerde Volkswagen vierwielaandrijving in de Passat modellenfamilie in de vorm van de Passat Variant GT syncro. Het was de eerste voorzichtige poging om een ​​stationwagon-crossover op de wielen te zetten.

Passat B3 (1988-1993)

Met de derde generatie van de Passat, die Volkswagen in 1988 introduceerde, kwam er een eind aan de hoekige ontwerptaal van de B1 en B2. Ontwerper Herbert Schäfer wilde een auto die niet alleen stijlvol en elegant was, maar ook functioneel en praktisch. Het resultaat was een Passat met een gestroomlijnd design en een ruim interieur. De vormen van de B3 waren zachter en ronder; het model had geen zichtbare grille meer, wat hem zijn bijnaam ‘Neusbeer’ opleverde. De afwezigheid van de grille werd overigens alleen door Schäfer begrepen, zodat deze beslissing in de volgende generatie werd herzien.

De Passat B3 was de eerste Volkswagen die was uitgerust met airbags als standaarduitrusting, wat destijds een belangrijke veiligheidsinnovatie was. Ook het ‘Servotronic’ stuurbekrachtigingssysteem was nieuw. Dit systeem paste de stuurbekrachtiging automatisch aan op basis van de rijsnelheid, wat zorgde voor een soepele en responsieve rijervaring.

De dwarsgeplaatste motoren (vanaf 72 pk) waren krachtig. Maar het kon altijd krachtiger, bewees de VR6 die Volkswagen in het voorjaar van 1991 gepresenteerde. Een cilinderinhoud van 2,8-liter, zes cilinders en een vermogen van 174 pk zorgden voor een top van 224 kilometer per uur. Het topmodel van deze generatie is momenteel een zeer gezochte youngtimer, naast de Passat G60 met een 1,8-liter motor met 160 pk en de vierwielaangedreven syncro. In totaal zijn er tot oktober 1993 al meer dan zes miljoen Passats verkocht.

Lees ook: