Hier martelt Renault auto’s: het testcentrum in Aubevoye:
Aubevoye
Zoutnevel, warme of koude windtunnels die temperaturen van -30 tot + 55 graden Celsius nabootsen, met windsnelheden tot 230 km/u… Allemaal hebben ze als doel om in slechts enkele maanden tijd de vele jaren van klantengebruik in alle delen van de wereld te simuleren, inclusief de zwaarste omstandigheden. Alle nieuwe modellen van Renault ondergaan in het testcentrum in Aubevoye deze loodzware tests voordat ze definitief in productie gaan.
Kijkje achter de schermen
Normaalgesproken mogen alleen ingewijden naar binnen, maar vanwege het veertigjarige bestaan opent Renault voor eenmaal virtueel de deuren van het gigantische testcentrum, dat verborgen ligt in het bos van de Eure. In deze gesloten vestiging bevinden zich alle prototypes van de merken van de Renault Group.
CTA
In het CTA worden nieuwe Renault-modellen gecertificeerd voor ze op de markt worden gebracht. Het circuitnetwerk van Aubevoye strekt zich uit over ruim 60 kilometer en bootst alle wegtypes uit de hele wereld na. De verschillende circuits en wegen werden gebouwd tussen 1982 en 2000. Op het asfalt testen de Fransen alle aspecten van hun auto’s, van de stuurinrichting tot de ophanging, van het uithoudingsvermogen tot het weggedrag.
Droge circuit
Het ‘droge’ circuit heeft een lengte van 3,9 kilometer en wordt gebruikt om het onderstel af te stellen en is ideaal voor uiteenlopende tests: afstelling van de voor- en achterwielophanging, het onderstel, het uithoudingsvermogen van de remmen en de reactie bij gripverlies. Elke bocht heeft een weloverwogen naam. Zo is er de ‘patte d’oie’, ofwel ‘ganzenpoot’. Aan het begin van het circuit splitst de baan zich naar links en rechts, waardoor het lijkt op een tekening van een vogelpoot.
Om de snelste bocht op het circuit (de snelheden liggen hier boven de 200 km/u) te benoemen, liet men zich inspireren door een coureur uit de jaren vijftig: tweevoudig wereldkampioen Formule 1, Alberto Ascari. Naast het droge circuit is er ook nog – je raadt het al – een nat circuit, die een aanvulling vormt op de tests op het droge circuit.
Stadsomgeving
Daarnaast is er ook nog een baan van ruim twee kilometer, die dient om de rijomstandigheden in de stad na te bootsen. Deze baan is voorzien verkeerslichten, stopplaatsen, verkeersdrempels en enkele kruispunten. Verschillende borden geven aan welke stad je bent ‘binnengereden’.
Snelheidsring
Dan is er nog de ‘l’anneau de vitesse’, de snelheidsring. Zoals de naam al aangeeft wordt hier de topsnelheid bereikt. Testrijders kunnen tot 250 km/u doorgaan dankzij schuin aangelegde bochten, die zelfs tot 180 km/u genomen kunnen worden zonder aan het stuur te draaien. Hier worden alle aerodynamische tests uitgevoerd. Een bijzonderheid zijn de zestien enorme ventilatoren die langs dit circuit staan. Ze simuleren windsnelheden van 14 tot 72 km/u om de stabiliteit van elk model te controleren en trajectafwijkingen te berekenen. Voor bedrijfsauto’s wordt vanwege hun aanzienlijke gewicht een elektronische spoiler toegevoegd om de stabiliteit op de snelweg te behouden.
Offroad
Bij de Renault Group hebben ze ook een aantal ruige SUV’s in de stal, die tegen een stootje moeten kunnen. Op het gigantische terrein in Aubevoye zijn ook steile hellingen en terreincircuits aanwezig om de verschillende modellen, waaronder terreinwagens, te testen. Het ruige terrein kent 40 meter hoogteverschil voor de bergen, maar ook grote niveauverschillen die met bruggen worden overwonnen, ‘bomkraters’ en zeer steile wegen.
Martelkamer
Naast de verschillende testcircuits zijn er ook nog een aantal ‘martelkamers’ aanwezig. Dit zijn testbanen waar verschillende wegtypes en weersomstandigheden het een auto zo moeilijk mogelijk maakt. Een voorbeeld daarvan is de stoftunnel, die de omstandigheden in Argentinië nabootst, een land met een zeer hoog stofgehalte. Voor landen met hevige regenval is de doorwaadplaats 24 centimeter diep, met bijkomende putten van nog eens 6 centimeter.
30 cm diep
In het totaal moeten de verschillende geteste modellen dus bestand zijn tegen de schokken veroorzaakt door het doorwaden van 30 centimeter diep water. Ook wordt een gigantische kunstmatige ‘waterplas’ van drie bij drie meter gecreëerd om te controleren of de auto geen schade oploopt wanneer hij er met een snelheid van 80 km/u doorheen rijdt. Weet een model deze tests niet te doorstaan, dan gaan ze bij Renault terug naar de tekentafel. Geeft een auto geen krimp tijdens de martelfase? Dan is hij klaar voor productie.
Lees ook: