Autoportret: de BMW E36 328i Turbo van Elon

BMW E36

E36 is een codenaam voor de derde generatie BMW 3 Serie, gebouwd tussen 1989 en 2000. De auto werd geleverd als Coupé, Compact, Sedan, Cabrio en Touring (stationwagen). De auto op de foto’s is een 328i Coupé, met een 2,8-liter grote zes-in-lijn. Althans, dat was het. Wie een kijkje neemt onder de motorkap van deze E36 ziet al snel dat dit geen standaard 328i is, maar wat is er precies aan gedaan? We vragen het aan Elon, de eigenaar.

Wat heb je allemaal aan je BMW E36 328i Turbo gedaan?

“Uhm.. waar moet ik beginnen? Toen ik hem kocht, zat er al een turbo op maar die vond ik wat klein. Ik heb er een grotere turbo op geschroefd en een ander uitlaatspruitstuk. Ook heeft deze motor individuele gaskleppen van een S54-blok, van de E46 M3 en een PPF-inlaatspruitstuk. Verder zijn alle aanpassingen gedaan die nodig zijn om alles goed samen te laten werken. Andere aanpassingen zijn een Weitec schroefset, E46 330i-remmen, BBS RS2-wielen, een Hartge-spoiler en ik heb zelf de uitlaat gelast. Ook heeft de auto een M/Rain interieur. Dit komt van origine uit de E36 M3. Ook heb ik een andere shifter gemonteerd.”

Die schakelpook is wel heel bijzonder!

“Ik heb het grootste deel van de auto zelf gebouwd, samen met iemand uit de buurt. Hij heeft m’n intercooler gelast, want aan aluminium ga ik m’n vingers niet branden. Ook helpen de heren van Speedshop ter Stege mij wel eens als ik er op technisch gebied even niet uitkom. Het leuke van de auto is dat ik altijd iets te knutselen heb. Wanneer ik iets wil veranderen aan de auto, dan maak ik een schets en dan teken ik het daarna via de computer. Ik laat het dan vervolgens via bepaalde websites 3D-printen, zoals ik bij mijn schakelpook gedaan heb.”

Wat ben je nog van plan om allemaal aan je BMW E36 328i Turbo te doen?

“Hij loopt nu op het originele blok. De motor kan het huidige vermogen prima aan. Ik ben nu een M50 B28 onderblok aan het bouwen, met een iets hogere compressie en andere nokkenassen. Ik zou dan meer vermogen kunnen gaan draaien, maar ik vind de huidige plusminus 400 pk genoeg. Ik vind het gewoon heel tof om er aan te bouwen. Ik neem m’n tijd voor het verbouwen van de motor. Ik wil alles helemaal netjes verbouwen, met veel nieuwe onderdelen. Ik heb er een goede hobby aan en haal vooral heel veel plezier uit het technische deel.”

Zou je je E36 ooit wegdoen? Zo ja, wat komt er dan voor in de plaats?

“Zeg nooit nooit. Ik zou dan een 1,2-liter Volkswagen Polo kopen, want die doet het tenminste altijd. Het jaren 90 spul is heel mooi, maar het gaat wel altijd kapot. Een serieuze opvolger zou de E90 M3 zijn. Voor mij een beetje ‘de laatste der Mohikanen’, analoge rijbeleving, maar wel een hele dikke V8 onder de kap. Dagelijks rijd ik een E91 Touring, fijne auto. Om daar dan de ‘eindbaasvariant’ van te hebben, dat lijkt me heel vet. De E90 M3 zie ik als de laatste BMW M, voordat elektronica de overhand nam.”

Wat is de beste herinnering die je hebt aan je auto?

“Dat was de roadtrip door Schotland. Liefst 5.000 kilometer door Schotland rijden, met een tentje in de kofferbak op vakantie met mijn vrouw. Na elke bocht dacht je ‘zo mooi wordt het vast niet meer’ en dan komt er nog zo’n bocht. Ik denk wel dat de auto er tien jaar ouder van is geworden, want het was wel heel heftig. Ik heb wel heel veel respect voor m’n vrouw, dat ze hier die 5.000 kilometer naast gezeten heeft. Het trilt en schud aan alle kanten.”

Waar komt je autopassie vandaan?

“Ik ken mezelf niet anders dan dat ik gek ben op auto’s. Ik kende autonamen eerder dan de namen van m’n tantes. Ik zat als kind altijd op de achterbank, alle namen van automerken opnoemen. De passie voor BMW is gekomen door m’n vader en ooms die allemaal BMW reden, zo rond de jaren ’90. De 330d E46 van mijn vader was wel echt de auto voor mijn verdere BMW liefde.”

Fotografie: YN Automotive