Vijf redenen om (niet) een Mazda CX-60 te kopen
1. De aandrijflijn: powerrr!
Vermogen zegt natuurlijk niet alles over een auto, maar we beginnen dit lijstje er toch mee. De CX-60 is namelijk de krachtigste Mazda ooit. De SUV heeft meer pit dan een Mazda RX-7, RX-8 of Mazda 3 MPS. Heel gek is dat niet, want de CX-60 heeft niet één, maar twee motoren: een 175 pk en 270 Nm sterke elektromotor én een 192 pk en 261 Nm sterke 2.5-liter Skyactiv-G- viercilinder benzinemotor. Het totale systeemvermogen komt uit op 327 pk en 500 Nm. Het resultaat? In slechts 5,8 seconden schiet de imposante Japanner van 0 naar 100 km/u. Pas bij 200 km/u stopt hij met versnellen. Even een snel tussensprintje of rappe inhaalactie is ook zo gepiept. Het direct verkrijgbare koppel van een elektromotor bewijst hier zijn kracht. Ook fijn: de PHEV is altijd vierwielaangedreven en mag maar liefst 2.500 kilogram de berg op trekken.
2. Rijervaring
Mazda heeft een lekker sturende auto van de CX-60 proberen te maken. Dat blijft lastig bij SUV’s – zeker als ze 1.955 kilo wegen, zoals de CX-60 – toch is het de Japanners aardig gelukt. Een technisch verhaal over dubbele wishbone-ophanging, multi-link set-up, een motor die in de lengterichting ligt, en Kinetic Posture Control die door middel van remingrepen over- en onderstuur onderdrukt, zullen we je even besparen. Laten we het zo zeggen: de CX-60 gaat erg lekker de bocht om. Dat in combinatie met het stevige vermogen, zorgt al snel voor een glimlach achter het stuur.
3. Verbruik
Lekker al dat vermogen, maar de lol is snel afgelopen als je iedere dag naar de pomp moet rijden. Gelukkig is dat niet nodig. Zoals gezegd is de CX-60 de eerste plug-in hybride van Mazda. Als je de CX-60 voor het slapengaan netjes aan een langer hangt, hoef je de volgende dag helemaal niet te tanken. Tenminste, als je niet verder dan 63 kilometer hoeft te rijden. Zo ver komt de CX-60 namelijk volgens het boekje op elektrokracht. In de praktijk is het een kilometer of 10 tot 15 minder, afhankelijk van je rijstijl en weersomstandigheden. Brave stekkeraars moeten volgens Mazda een gemiddeld brandstofverbruik 1,5 l/100 km kunnen halen.
4. Premiumgevoel
Het is best gedurfd van Mazda: de Europeanen aanvallen op hun eigen continent. Met de CX-60 betreedt Mazda het premiumsegment en gaat de strijd aan met Europese modellen zoals de Mercedes-Benz GLC, BMW X3, Audi Q5 en Volvo XC60. Mazda heeft dan ook alles uit de kast getrokken voor het interieur van zijn nieuwe vlaggenschip. In de topuitvoering – de Takumi – is gebruikgemaakt van Japanse stiktechniek genaamd Kakenui. Je ziet dit terug op het dashboard, dat voorzien is van geweven textiel met opvallende ‘hangende stikselnaden’. Ook de sierlijke chromen elementen en esdoornhout in de deurpanelen en het middenconsole zorgen voor een zachte en serene uitstraling.
De CX-60 beschikt misschien wel over het mooiste interieur waarin we dit jaar hebben plaatsgenomen. En dat terwijl de SUV een flink lagere vanafprijs heeft vergeleken met zijn Europese broers. In Nederland is hij beschikbaar vanaf 53.690 euro. Bij de Duitse concurrentie stap je in dit segment pas in als je daar nog eens minimaal 10.000 euro bijlegt. Wie wél ruimte wil, maar met minder luxe genoegen kan nemen, kan natuurlijk ook kiezen voor een Opel Grandland X PHEV, Mitsubishi Outlander PHEV, Toyota RAV4 PHEV en zo kunnen we nog wel even doorgaan…
5. Waarom je niet een Mazda CX-60 moet kopen.
Er zullen mensen zijn die niet snel 50 mille of meer willen neerleggen voor een premiumauto uit Japan. Die willen per se vier ringen, een ster of een blauw-witte propeller als logo op de motorkap hebben. Zonde, want je doet jezelf te kort. Toch is er ook een goede reden om een CX-60 te laten staan. De strak sturende Mazda is niet leverbaar met adaptieve dempers, waardoor de SUV áltijd strak stuurt. Dat is natuurlijk niet zo’n groot probleem, maar voor sommige mensen zal het onderstel daardoor nét wat te hard zijn. Oncomfortabel wordt het nooit in de CX-60, maar eerst even een testritje maken bij de dealer is geen slecht idee. Dan kun je meteen ervaren dat ze niet alleen in Duitsland premiumauto’s kunnen bouwen.