Waarom deze Hyundai een rijdend commandocentrum is
Ioniq 9
De Ioniq 9 is van zichzelf al een indrukwekkende verschijning. Een elektrische zevenzitter die je eerder associeert met vakantieritten dan met natuurherstel. Maar dat laatste is precies waar het om draait met de auto die je hier op de foto’s ziet. Hyundai heeft het model een nieuwe rol gegeven: dat van rijdend dronecommandocentrum. De bagageruimte is omgetoverd tot een soort helidek, waarvan drones kunnen opstijgen. Maak kennis met de de Ioniq 9 Seed Ball Drone Station.
Drones die bomen planten
Nee, deze groene tank op wielen gaat niet richting een oorlogsgebied, maar blijft in thuisland Zuid-Korea. De drones worden ingezet om grote, door brand verwoeste bosgebieden opnieuw te beplanten. Ze laten zogenaamde ‘seed balls’ vallen: kleiballetjes gevuld met zaden, aarde en voedingsstoffen. Levensbommetjes dus, die uit de lucht precies terechtkomen op plekken waar de natuur wel een steuntje kan gebruiken maar waar mensen moeilijk kunnen komen om even een boom te planten. Denk aan steile hellingen of andere moeilijk bereikbare gebieden.
Commandocentrum
Omdat de Ioniq 9 is uitgerust met Vehicle-to-Load-technologie – waarmee hij stroom kan leveren aan externe apparaten – hoeven er geen losse aggregaten of verlengsnoeren mee. De auto voorziet de drones direct van energie. Ook een Ioniq 5 is omgetoverd tot rijdend commandocentrum.
Hyundai heeft het interieur van de speciale Ioniq 9 ingericht als een mobiel dronecentrum. Een draaibare stoel, twee schermen en een besturingsunit maken het mogelijk om de drones live aan te sturen, te monitoren en data te analyseren. Dat allemaal gewoon vanuit de auto.
Uljin
De eerste missie vindt plaats in Uljin, een gebied aan de oostkust van Korea dat in 2022 zwaar werd getroffen door bosbranden. Samen met de organisaties Tree Planet en het Korea National Arboreta and Gardens Institute werkt Hyundai daar aan herbebossing. Dit project is onderdeel van het wereldwijde Ioniq Forest-initiatief, dat sinds 2016 bomen plant op plekken waar ze het hardst nodig zijn. Inmiddels is het project actief in dertien landen, van Vietnam tot Tsjechië.