Geen onderdeel van een categorie

Review – Audi Q5 Sportback (2022)

april 25, 2022

Coupé-SUV’s

Als we een model voor de tweede keer testen, gaat het vaak om een andere carrosserievariant. Bijvoorbeeld een station of een sedanversie. Zeker als het om een populair model gaat, testen we graag meerdere varianten. Denk aan de Golf 8 en de Golf Variant 8. Maar stationwagens testen we steeds minder. Ze zijn uit de mode. We stappen wel steeds vaker in een coupé-SUV: een SUV met een ‘sportiever’ koetswerk.

Audi Q5 Sportback

Audi heeft een nieuwe hoogpotige coupé in de stal: de Q5 Sportback. De nieuwe carrosserievariant komt nog net op de markt voordat de volledig nieuwe generatie van de Q5 in 2024 de weg op gaat. Met de Q5 Sportback gaat Audi de strijd aan met de Mercedes-Benz GLC Coupé en de BMX X4. Rijkelijk laat, want de X4 ging al in 2014 de weg op.

Wat is er anders?

De Q5 Sportback wijkt op een paar punten af van de normale Q5. De schuin aflopende daklijn had je natuurlijk al gezien, maar zijn de twee spoilers je al opgevallen? Boven de achteruit zit een spoiler, maar op de achterklep zit er óók eentje. Lekker sportief! Audi doet de naam Sportback wel eer aan, zullen we maar zeggen.

Verlies je niet een hoop ruimte met zo’n schuine daklijn?

In het kort: ja, een beetje. Achterin past ‘maar’ 510 liter, terwijl in de reguliere Q5 550 liter gaat. En natuurlijk kun je minder makkelijk hoge items meenemen. In de praktijk valt er prima mee te leven, of je moet echt regelmatig je auto als verhuiswagen inzetten. Dan kun je wellicht beter voor de reguliere Q5 gaan. De daklijn loopt gelukkig ver genoeg naar achteren, zodat je als passagier achterin niet snel met je hoofd het dak raakt. Tenminste, niet als je 1,85 meter bent in ieder geval. Dankzij een wielbasis van 2,82 meter is er zat beenruimte op de tweede zitrij.

OLED-verlichting

De achterlichten zijn ook nét iets anders dan op een reguliere Q5 en zijn voorzien van OLED-technologie. Dat hebben we nog niet eerder gezien op een auto. Leuke gimmick, denk je nu, maar de OLED-achterlichten maken echt indruk. Je ziet duidelijk het verschil met normale achterlichten. 

Het lichtoppervlak is haarscherp. Alsof je naar een 4k OLED-tv kijkt, waar het beeld op rood staat. Je kunt zelfs nog ‘van kanaal wisselen’, want als eigenaar kun je zelfs kiezen welke lichtsignatuur jouw Q5 Sportback heeft. Er is keuze uit drie verschillende lichtdesigns en -signaturen. Zet je de auto in de ‘Dynamic’-rijmodus, dan zien de achterlichten er nog eens extra sportief uit. Achterlichten waren nog nooit zo interessant.

Typisch Audi

Het interieur in de Q5 is typische Audi: strak, zakelijk en modern. Het straalt klasse uit en zit vol materialen van hoogwaardige kwaliteit. In de Q5 laat het MMI infotainmentsysteem zich lekker soepel bedienen via een 10,1-inch touchscreen. Roep je hardop ‘Hé Audi’, dan kun je via spraakcommando’s het systeem aan het werk zetten. Het digitale instrumentarium – de Virtual Cockpit – steelt de show in het interieur. Het scherm is haast net zo scherp als de OLED-achterlichten en is lekker groot: 12,3-inch. Hierdoor heb je infotainmentscherm niet meer nodig voor je navigatie, want je kunt de kaart van bijna half Nederland recht voor je neus zien.

Aandrijflijn

Op de prijslijst van de Q5 Sportback kom je drie aandrijflijnen tegen: de 40 TFSI (mild-hybride) en 50 en 55 TFSI e plug-in hybride aandrijflijnen. De 204 pk sterke 40 TFSI begint vanaf 67.194 euro. Voor een kleine drie mille meer geeft Audi je de sleutels van de 299 pk sterke 50 TFSI e. Dat is de meest logische keuze volgens ons. 100 pk meer voor 3.000 euro is namelijk niet gek. Bovendien verdien je dat bedrag binnen een paar maanden terug, als je hem regelmatig aan de stekker hangt. Eigenlijk is de 50 TFSI e dus de instapper, als je het zo bekijkt. Wil je nog meer pk’s, dan kun je voor 82.861 euro de 367 pk sterke en dik aangeklede 55 TFSI e krijgen. Ook geen slechte keuze, als je toch al van plan was om de halve optielijst aan te vinken.

Dikke diesel

Maar zoals je al gezien hebt op de foto’s, rijden wij in geen van deze drie varianten. Op de gemene donkere singleframe-grille van onze Q5 Sportback staan de letters SQ5. Jawel, wij rijden met de absolute topuitvoering, de SQ5 Sportback TDI.

TDI, zeg je? Ja, de SQ5 heeft weer een zelfontbander. Een hele dikke zelfs, met zescilinders en maar liefst 341 pk. Zo’n dikke Duitse diesel, dat kan toch eigenlijk niet meer? Nee, dat klopt. Audi verkoopt dan ook vanaf 1 april 2022 geen diesels meer in Nederland. Niet vanwege het milieu, maar omdat er simpelweg geen vraag meer is naar TDI-blokken. Slecht 1% van alle verkochte auto’s het afgelopen jaar in het premiumsegment had een dieselmotor. Aan ons de eer om de SQ5 uit te zwaaien dus.

Diesels zijn duur

Diesels verkopen slecht vanwege het Nederlandse fiscale klimaat. Niet omdat Nederlanders ineens zo milieubewust zijn geworden. De SQ5 was er (tot 1 april dus) vanaf 122.000 euro. De auto die wij rijden heeft een paar leuke opties en gaat zelfs over 140.000 euro heen. Terwijl hij 26 pk minder heeft dan de plug-in hybride 55 TFSI e. Dan moet je wel heel dol op diesel zijn, wil je daar ruim 40 mille extra voor overhebben.

Koppelkoning

Al snappen we het best, als je iets extra wil betalen voor een diesel. We testen nog nauwelijks diesels, maar in de SQ5 komen we er weer achter waarom ze zo fijn rijden. Vooral als ze zescilinders hebben een slagvolume van 3 liter. De vermogensopbouw is indrukwekkend. In de SQ5 denk je soms dat je in een elektrische auto zit, dankzij het haast direct verkrijgbare koppel. Onderin staan al vanaf 1.750 toeren per minuut alle 700 Newtonmeters tot je beschikking.  

Pijnlijk

Het geluid van de 3,0-liter V6 is ook niet slecht. Het is én blijft een diesel, maar eerlijk is eerlijk: hij klinkt heerlijk. Lekker diep, zwaar en donkerbruin, met een lekkere roffel. Dat geluid komt uit twee uitlaatpijpen, die achter de bumper verstopt zitten. De uitlaten die je wel ziet – vier glimmende chromen pijpen – zijn pijnlijk nep. Wie die keuze gemaakt heeft in Ingolstadt, mag wat ons betreft meteen zijn bureau leegmaken. Vier plastic pijpen (het chroomwerk is van plastic) met een vier duidelijk zichtbare afdichtdoppen, op een performance-versie, doe maar niet Audi. Nog een reden om voor de PHEV te gaan, die dat gelukkig niet heeft.

Snelle jongen

Achter het stuur ben je de nepuitlaten gelukkig weer snel vergeten. Vooral als je het gas diep intrapt en je flink in je stoel wordt gedrukt. In 5,1 seconden tikt de teller 100 km/u aan. Pas bij 250 km/u houdt de grote SUV op met versnellen.

Tijdens onze testweek zijn we geen (oké, weinig) stoplichtsprintjes aangegaan, maar hebben we vooral genoten van het comfort waar een krachtige diesel voor kan zorgen. Alles gaat soepel, moeiteloos, met twee vingers in de neus. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de actieradius. Op een volle tank geeft het scherm voor onze neus 1.000 kilometer aan. We kunnen dus met gemak op één tank vanaf ons huis naar het Audi-hoofdkantoor in Ingolstadt rijden, om die ingenieur die zich met de nepuitlaten heeft beziggehouden, persoonlijk naar buiten te begeleiden.