Kilometervergoeding veel te laag: zo hoog zou het eigenlijk moeten zijn 

Onbelaste reiskostenvergoeding

Sinds 2006 mochten werkgevers hun personeel maximaal 19 cent per kilometer belastingvrij uitbetalen. Door inflatie, de coronacrisis, oorlog in Oekraïne en uiteraard hogere accijns op brandstof, betalen automobilisten flink meer aan de pomp dan 17 jaar geleden. Bovendien ligt het prijskaartje van een gemiddelde nieuwe auto ook vele malen hoger dan in 2006. Voor de goedkoopste auto van Nederland in 2023 – een kleine stadauto – betaal je al bijna 16.000 euro.

Verhoging

De Tweede Kamer vond dat het daarom tijd werd om de reiskostenvergoeding recht te trekken. Vanaf januari 2023 ligt de onbelaste vergoeding op 21 cent per kilometer. Volgens de Vereniging Zakelijke Rijders is dit echter minimaal 10 cent te weinig. Werknemers met een eigen auto moeten volgens de VZR nog steeds flink betalen om op hun werk te komen.

31 cent

De VZR heeft berekend wat werknemers met de huidige brandstofprijzen minimaal per kilometer zouden moeten ontvangen. Zelfs voor een auto uit de kleinste categorie kost deze auto de werknemer al 24 cent per kilometer. Voor een auto boven de 40.000 euro is de gemiddelde kilometerkostprijs volgens de vereniging zelfs 46 cent. De vereniging gaat ongeveer tussen dat bedrag zitten en pleit voor een kilometervergoeding van 0,31 cent.

Jan van Delft Voorzitter van VZR: “Autorijden is duur. Het is niet meer dan redelijk dat er tussen partijen eerlijke tarieven worden vergoed of doorberekend. VZR geeft in een zorgvuldige berekening op basis van objectieve en controleerbare data jaarlijks een norm voor af. Wij adviseren partijen deze norm over te nemen. De verhoging naar € 0,21 is mooi maar dekt nog steeds de lading niet.”

De kans dat de overheid het advies overneemt lijkt ons klein. Maar toch is er goed nieuws: de onbelaste kilometervergoeding wordt in 2024 met een hele cent verder verhoogd, naar 22 cent.

Lees ook: Zo gaat de overheid jouw KM-stand registeren voor rekeningrijden