Gespot: GTM Libra is superzeldzaam!
GTM Libra is een model van GTM Cars
Toen GTM Cars in 1998 de Libra introduceerde, zette het Britse bedrijf een duidelijke stap richting een volwassener sportwagenconcept. De auto was geen evolutie van bestaande GTM-modellen, maar een volledig nieuw ontwerp. Het resultaat van drie jaar ontwikkeling door directeuren Peter Beck en Paddy Fitch, met een carrosserie van ontwerper Richard Oakes en een unieke wielophanging van Bryn Davies. De Libra werd gepresenteerd op de Britse kitcar-markt, maar voelde door zijn constructie en detaillering meer als een compacte sportcoupé met een eigen identiteit.
Monocoque als basis
De technische basis van de Libra was een GRP-monocoque. GTM koos bewust voor een constructie zonder subframes. Ophangingspunten werden rechtstreeks op de glasvezel kuip gemonteerd. Het zorgde voor een lichte structuur met een rijklaar gewicht van 695 kilogram. Dat gewicht was overigens sterk afhankelijk van de gekozen aandrijflijn. Het gewicht van dit specifieke exemplaar met Nederland kenteken bedraagt bijvoorbeeld 850 kilogram (ledig gewicht). De compacte afmetingen – 3,56 meter lang, 1,65 meter breed en 1,15 meter hoog – maakten de auto wendbaar. Met een wielbasis van 2,32 meter was de Libra kort, maar toch stabiel genoeg voor een middenmotorconfiguratie.
Ophanging met GTM-signatuur
De voorwielophanging bestond uit wishbones van ongelijk lengte, ontworpen door GTM zelf. De fusees kwamen uit de Rover Metro/100-serie. Een naar voren verplaatste stuurinrichting creëerde extra beenruimte in het interieur. Achter koos GTM voor een dubbele trailing arm-opstelling, een minder gebruikelijke oplossing. De achterste fusees waren identiek aan die van de voorzijde, wat onderdelenlogistiek vereenvoudigde. De motor en transmissie hingen in een frame tegen het schutbord. Dat frame droeg ook de scharnierende motorafdekking met geïntegreerde bagageruimte. Een set golfclubs paste erin, wat de praktische insteek van GTM illustreerde.

Twee kofferbakken en een open dak
Voor zat een grote clamshell die de radiator, accu en hoofdremcilinder afdekte. Daaronder was ruimte voor een volwaardig reservewiel, ongeacht of de auto op 16- of 17-inch wielen stond. Het dak bestond uit een afneembaar paneel. Dat kon achter de stoelen worden opgeborgen voor een open rijervaring. De Libra combineerde een laag gewicht dus met bruikbaarheid, een zeldzame combinatie in de kitcarwereld.
Motoren: van Rover tot Toyota en Audi
Bij de start in 1998 werd de Libra geleverd met de 1.4-liter Rover K-series motor. De K-series paste goed bij de lichtgewicht filosofie. Later volgden 1.6- en 1.8-liter varianten, inclusief de 1.8 VVC. De sterkste Rover-optie was de 2.5-liter KV6, zoals ook dit gele exemplaar heeft. Omdat de Libra als kit ook zonder aandrijflijn werd verkocht, experimenteerden bouwers met alternatieven. De Toyota 2ZZ-GE was een populaire keuze. Ook Honda-motoren en de Audi 1.8T werden succesvol ingebouwd. De diversiteit maakte van de Libra een flexibel platform voor klanten die zelf wilden sleutelen of racen.
De rol van GTM Cars
Om de Libra goed te begrijpen is de achtergrond van GTM Cars relevant. Het bedrijf startte in 1967 toen Bernard Cox en Jack Hosker de Cox GTM bouwden. Een compacte middenmotor-sportwagen op basis van Mini-onderdelen. De eerste vijftig kits verkochten snel. Daarna namen Howard Heerey en zijn vader de productie over. In 1972 moesten zij stoppen door werkzaamheden aan de weg bij hun werkplaats. Daarna verhuisde het project meerdere keren van eigenaar, zonder grote doorontwikkeling.
Dat veranderde in 1980, toen Peter Beck en Paddy Fitch GTM overnamen. De Coupé werd verfijnd en nieuwe modellen volgden. De Rossa-lijn markeerde de overstap naar een modernere ontwerpstijl. Met de komst van de Rover K-series introduceerde GTM de Rossa K3, een van de eerste middenmotorauto’s met deze motor. Bekende merken zouden dat voorbeeld volgen.

De weg naar de Libra
Na jaren van Mini-gebaseerde modellen wilde GTM een stap hoger zetten. Een auto die niet langer leunde op oude donorplatformen, maar een zelfstandig ontwerp vormde. In 1998 verscheen de Libra als resultaat. De auto had geen panelen of structuurdelen gemeen met eerdere GTM-modellen. Hij was strakker gelijnd, efficiënter opgebouwd en gericht op rijders die een kitcar wilden met de uitstraling van een compacte sportwagen.
Vier jaar later volgde de Spyder. Een lichtere, open variant met visuele verwantschap, maar een eigen carrosserie. De Spyder gebruikte wel dezelfde monocoque basis.
Onder RDM Group en Potenza
In 2003 werd GTM overgenomen door RDM Group. De productie verhuisde naar Coventry. RDM ontwikkelde twee nieuwe concepten: de Ballista en de 40TR. Beide kwamen niet verder dan prototypes. De Libra en Spyder bleven de kern van het programma.
In 2007 kwam GTM terecht bij Potenza Sports Cars, tevens eigenaar van Westfield. De GTM-modellen werden voortaan als Westfield GTM gepresenteerd. Het assortiment bleef beperkt. In 2010 maakte Westfield bekend dat onderdelenvoorziening problematisch werd. Daardoor stopte de verkoop van de bestaande GTM-modellen. Een nieuwe GTM-generatie werd aangekondigd, maar nooit uitgebracht.
Einde van een merk
GTM Cars hield het vol tot 2022. Na meer dan vijftig jaar werd het bedrijf in administratie geplaatst. Een geschiedenis met vele pieken, wisselingen van eigenaar en technische experimenten kwam daarmee ten einde. De Libra en Spyder bleven de bekendste modellen uit de laatste fase van het merk.
