Gespot: een Citroën CX 2000
In de jaren ’70 was de beroemde Citroën ID/DS aan vervanging toe. Dat model stamt immers al uit de jaren ’50. Zo’n succesvol model vervang je niet zomaar, dus Citroën zette alles op alles voor de ontwikkeling van een waardige opvolger. Die verschijnt in 1974 in de vorm van de Citroën CX.
Zeer aerodynamisch
De Citroën CX valt net als de ID/DS op door een zeer aerodynamische vormgeving met taps toelopende achterzijde, maar dan met een modern lijnenspel. De CX ziet er niet alleen aerodynamisch uit, maar is dat ook. Vandaar ook zijn typenaam, het symbool voor het luchtweerstandscoëfficiënt (waarvoor ook wel Cw wordt gebruikt). Overigens borduurde het ontwerp voort op de al in 1970 geïntroduceerde, kleinere Citroën GS.
Het qua design meest opvallende deel van de auto is de achterzijde. Niet alleen omdat hij taps toeloopt, maar ook vanwege de holle achterruit. Die zorgt ervoor dat regen en vuil niet op de ruit bleven zitten, zonder dat een ruitenwisser nodig is. Ook het voor Citroën beroemde hydropneumatische, zelfregulerende veersysteem is aanwezig. De Citroën CX is dus eigenlijk een in alles verder doorontwikkelde ID/DS. Dat werd bekroond met de titel Auto van het Jaar 1975.
Motoren Citroën CX
Aanvankelijk zou de Citroën CX een rotatiemotor krijgen. Daar experimenteerde Citroën in de vroege jaren ’70 al vaker mee. Pas vlak voor introductie werd echter een streep gezet door het gehele rotatiemotorproject, omdat het niet meer winstgevend kon worden. Dat was voor de CX dus een probleem. Omdat de auto was ontwikkeld voor compacte rotatiemotoren is de motorruimte best compact, maar gelukkig paste onder andere de gewone viercilinder van voorganger DS erin.
Uiteindelijk zou de CX leverbaar worden met verschillende viercilindermotoren van 2,0- tot 2,5-liter. Daarbij hoorde vanaf de jaren ‘80 ook een diesel, die als Turbo-D zelfs even de snelste dieselsedan ter wereld was. Over snelheid gesproken, de sportieve GTi-uitvoering mag natuurlijk ook niet onvermeld blijven.
Citroën CX Break
De reguliere Citroën CX was er ook als 25 cm langere Prestige (die later in de productie ook een iets hoger dak kreeg), maar de enige echt andere carrosserievariant was de Break, een stationwagenversie. De CX Break was tien centimeter langer dan de sedan en leverbaar met tot wel zeven zitplaatsen. Door zijn hoge, rechte dak is de CX Break dan ook een van de grootste stationwagens van zijn tijd. Zelfs naar huidige maatstaven biedt hij nog een zee aan ruimte.
Via externe carrosseriebedrijven zijn overigens nog veel meer carrosserievarianten gebouwd. Van cabrioversies en limousines tot ambulances en besteluitvoeringen, met de zeswielige Loadrunner van carrosseriebouwer Tissier als toppunt.
Internationale carrière Citroën CX
Hoewel de Citroën CX om financiële redenen in minder landen werd verkocht dan voorganger ID/DS, had het model nog steeds een rijke internationale carrière. Zo werd de auto (in vrij bescheiden aantallen) ook verkocht in China. Ook in een aantal Zuid-Amerikaanse landen werd de CX verkocht, soms via lokale productie. In Zuid-Afrika en Australië stond de CX ook in de prijslijsten.
Citroën had ook al een Noord-Amerikaanse versie van de auto ontwikkeld, maar vlak voor introductie wijzigde de Amerikaanse regelgeving. Nieuwe regelgeving voor bumpers verbood indirect de instelbare rijhoogte. De CX daarop aanpassen was te kostbaar en Citroën trok zich zelfs geheel terug van de Amerikaanse markt. Later, in de jaren ’80, zijn via onafhankelijke importeurs nog wel wat CX’en verkocht in de VS.
Goede start, maar ook begin van het einde
Terug naar Europa. De Citroën CX maakte qua verkopen een goede start, maar maakte ook naam als auto met hoge onderhoudskosten. Opmerkelijk genoeg kwam dat niet door de geavanceerde technieken, maar waren het juist gangbare onderdelen en mechaniek die de garagerekening opdreven. Daarbij hadde CX ook te maken met sterkere concurrentie dan zijn voorganger ID/DS had. Een facelift in 1985 zorgde niet tot nauwelijks voor betere verkopen.
Hoewel de Citroën CX het best verkochte PSA-model in het luxesegment was, had nieuwe merkeigenaar Peugeot niet zo’n zin om in de auto te investeren. Citroën startte een aantal projecten voor een serieuze, nieuwe opvolger, maar die blies Peugeot allemaal af. De opvolger kwam uiteindelijk pas in 1989, in de vorm van de futuristische Citroën XM. De CX Break mocht nog door tot 1991, het jaar waarin ook de Break-variant van de XM werd geïntroduceerd.
Citroën CX kent vele liefhebbers
De Citroën CX is zo’n auto die naarmate hij ouder werd eigenlijk direct een geliefde youngtimer en vervolgens oldtimer is geworden. De auto kent vele liefhebbers en wordt door merkpuristen gezien als de laatste echte Citroën. Kort na introductie van de CX werd Citroën namelijk overgenomen door Peugeot en ontstond het PSA-concern. Ook wordt de CX gezien als de laatste succesvolle ‘grote Citroën’, want de latere modellen hebben de sterke positie van het merk in het luxesegment niet meer kunnen doen herleven.
Het gespotte exemplaar
De Citroën CX die wij op een koude winterochtend tegenkwamen op een Amsterdams bedrijventerrein is een CX 2000 uit 1978. Een redelijk vroege dus. De auto is sinds 2002 in Nederland en de huidige eigenaar zweeft er sinds 2015 mee over de weg. Van de statigheid van het model is bij dit exemplaar niet veel meer over. Hij heeft duidelijk een zwaar leven gehad. Zo komen we een CX niet vaak tegen, zeker niet in Nederland.
Misschien wordt de Citroën CX nog altijd wel als ‘daily driver’ gebruikt en vind de eigenaar een grondige restauratie daarom niet nodig. Dergelijke vergane glorie vinden we ook wel wat hebben. Je mag best zien dat een auto wordt gebruikt. Toch worden we in dit geval ook wel wat ongerust over het voortbestaan van deze CX. Wel zijn alle RDW-zaken keurig in orde, dus wie weet wordt de onderhuidse techniek wel in topconditie gehouden. Op moment van schrijven is de apk nog een paar weken geldig. We hopen van harte dat hij door de keuring komt…