EuroNCAP in 2026: “Grootste herziening van testprotocollen ooit!”
Grootste herziening
De update, de grootste herziening sinds de introductie van het algehele beoordelingssysteem in 2009, gaat in 2026 van kracht. Deze omvat een herziening van de voertuigtesten en beoordelingsprocedures, samen met een nieuwe beoordelingsmethodiek die is opgebouwd rond vier kernfasen van veiligheid: veilig rijden, ongevalpreventie, crashbescherming en veiligheid na een ongeval.
Haddon Matrix
De nieuwe aanpak, gebaseerd op de principes van de Haddon Matrix, test veiligheidstechnologieën per fase, maar maakt het ook mogelijk om oplossingen te evalueren die over meerdere fasen heen werken. Deze ingrijpende updates van het beoordelingssysteem zorgen voor meer structuur, duidelijkheid en flexibiliteit nu veiligheidstechnologieën steeds complexer en sterker met elkaar verweven raken. De testprotocollen zullen daarom elke drie jaar worden geactualiseerd.
Verschillende wijzigingen in het testprogramma van EuroNCAP zijn doorgevoerd als reactie op feedback van consumenten. Rijhulpsystemen, die kritiek hebben gekregen vanwege storende waarschuwingen of opdringerige ingrepen, worden niet alleen beoordeeld op hun vermogen om ongevallen te voorkomen op het testcircuit, maar ook tijdens het rijden in de praktijk, met als doel de acceptatie door consumenten te verbeteren.
Nieuwe, uitgebreide testscenario’s worden geïntroduceerd om de robuustheid van ongevalpreventiesystemen te verbeteren, met name onder omstandigheden die representatiever zijn voor de praktijk.
Breder spectrum aan lichaamsmaten van inzittenden
De beoordeling van crashbescherming wordt uitgebreid met een breder spectrum aan lichaamsmaten van inzittenden, van kinderen tot kleinere en langere volwassenen, met behulp van full-scale crashtests, sledetests in het laboratorium en geavanceerde virtuele simulaties om de nauwkeurigheid te vergroten en meer adaptieve veiligheidssystemen te bevorderen.
Nieuwe eisen voor de fase na een ongeval schrijven onder meer voor dat elektrisch bediende buitendeurgrepen blijven functioneren voor eenvoudigere redding en dat een correcte isolatie van het hoogspanningsaccupakket in elektrische voertuigen verplicht is, naast andere updates om hulpdiensten te ondersteunen.
Ernstig letsel voorkomen
Dr. Michiel van Ratingen, secretaris-generaal van EuroNCAP, zegt dat de geactualiseerde protocollen ervoor zorgen dat geavanceerde veiligheidstechnologie wordt ingezet waar die het meest nodig is – het redden van levens en het voorkomen van ernstig letsel op de Europese wegen.
“Elke drie jaar herzien wij onze sterbeoordelingscriteria met het eenvoudige doel om het aantal verkeersdoden en ernstig gewonden als gevolg van voertuigen te verminderen. De protocollen voor 2026 versterken de strengheid en relevantie van onze tests verder en belonen voertuigen die goed presteren in alle fasen van veiligheid – vóór, tijdens en na een ongeval. De updates van de protocollen zorgen ervoor dat de tests, analyses en beoordelingen van EuroNCAP de definitieve leidraad blijven voor consumenten die waarde hechten aan een onafhankelijke gids voor de veiligheid van de nieuwste auto’s.
EuroNCAP blijft de veiligheidsnormen in alle aspecten van voertuigontwerp verbeteren en de protocollen voor 2026 geven invulling aan deze toewijding door fabrikanten aan te moedigen levensreddende technologieën te implementeren en verder te ontwikkelen. Het beoogde resultaat is een betere bescherming van inzittenden en alle weggebruikers door effectievere rijhulpsystemen, robuuste ongevalpreventie, verbeterde crashbescherming en betere nazorg na een ongeval.”

Protocollen 2026 in één oogopslag
Vanaf 2026 worden de beoordelingen van EuroNCAP gestructureerd rond vier veiligheidsfasen, die elk worden beoordeeld met maximaal 100 punten en uitgedrukt als een percentage. Voor elke fase blijven minimale drempelwaarden gelden, die samen de uiteindelijke sterbeoordeling bepalen.
De veiligheidsfasen zijn:
Veilig rijden – Beoordeelt de voertuigtechnologieën en functies die bijdragen aan een veiligere rijervaring voor de bestuurder en inzittenden.
Ongevalpreventie – Beoordeelt systemen die ongevallen helpen voorkomen of de ernst ervan beperken door waarschuwingen of autonome ingrepen.
Crashbescherming – Evalueert de prestaties van traditionele crashbeschermingselementen, waaronder voertuigstructuur, veiligheidsgordels, airbags en hoofdsteunen, om letsel bij inzittenden, voetgangers en fietsers te beperken.
Veiligheid na een ongeval – Richt zich op het ‘gouden uur’ van de hulpverlening door middel van informatie en assistentiesystemen na een ongeval.
Fase één: Veilig rijden
EuroNCAP zal meer nadruk leggen op bestuurdersmonitoringstechnologieën die aandacht en betrokkenheid achter het stuur waarborgen, met focus op verbeterde systeembetrouwbaarheid en gebruiksacceptatie. Punten worden toegekend aan geavanceerde systemen die de prestaties van de bestuurder in real time monitoren.
Om de hoogste scores te behalen, moeten voertuigen niet alleen continue oog- en hoofdtracking toepassen, maar ook informatie over de toestand van de bestuurder koppelen aan de gevoeligheid van rijhulpsystemen. Extra waardering wordt toegekend aan technologieën die tekenen van drugs- of alcoholgebruik kunnen herkennen en aan systemen die het voertuig veilig tot stilstand kunnen brengen wanneer de bestuurder niet meer reageert.
Nieuwe beoordelingen van de mens–machine-interface (HMI) worden geïntroduceerd, waarbij de plaatsing, duidelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van essentiële bedieningsfuncties worden geëvalueerd – waaronder de aanwezigheid van fysieke knoppen voor veelgebruikte functies, waarvan consumentenfeedback aangeeft dat ze afleiding kunnen verminderen.
Voertuigen die kunnen detecteren of veiligheidsgordels correct worden gedragen -en die het gordel- en airbagsysteem kunnen optimaliseren voor verschillende lichaamsbouw van bestuurder en passagiers – krijgen hogere scores. Voor het eerst wordt de nauwkeurigheid van snelheidslimietinformatie gecontroleerd tijdens rijtests op de openbare weg.
Fase twee: Ongevalpreventie
De geactualiseerde protocollen introduceren een strengere aanpak voor het testen van ongevalpreventiesystemen, waaronder autonome noodremassistentie en rijstrookondersteuningssystemen. Op basis van langdurige testervaring breidt EuroNCAP de scenario’s uit om beter aan te sluiten bij echte ongevalspatronen, waaronder stedelijke situaties waarin voertuigen regelmatig gemotoriseerde tweewielers, fietsers en voetgangers tegenkomen.
De soepelheid en intuïtiviteit van de werking tijdens dagelijks gebruik, met name bij rijstrookondersteuning, telt voortaan mee in de beoordeling en speelt in op zorgen van consumenten over opdringerige of onvoorspelbare ingrepen.
Auto’s die risico’s van pedaalverwisseling (per ongeluk het gaspedaal indrukken in plaats van het rempedaal) kunnen herkennen en verminderen, worden eveneens beloond. Dit wordt beoordeeld als onderdeel van de nieuwe tests voor ‘lage-snelheidsbotsingen’, waarin ook het openen van autodeuren richting fietsers (Cyclist Dooring) is opgenomen.

Fase drie: Crashbescherming
EuroNCAP blijft zijn goed gevestigde crashtestprogramma verder ontwikkelen met een hernieuwde focus op passieve veiligheid. Vanaf 2026 houden frontale crashtests rekening met een breder scala aan lichaamsbouw van bestuurders en passagiers, waaronder oudere inzittenden en kinderen, ondersteund door sledetests en geavanceerde virtuele simulaties. De beoordeling van zijdelingse impactbescherming omvat tests tegen een nabijgelegen barrière, paal en aan de verre zijde via sledetests, eveneens ondersteund door geavanceerde virtuele simulaties. Er komt bovendien meer aandacht voor het risico op letsel bij voetgangers – met name in structurele zones rond de voorruit.
Fase vier: Veiligheid na een ongeval
Nieuwe eisen voor de fase na een ongeval omvatten onder meer het garanderen dat elektrisch bediende buitendeurgrepen na een impact blijven functioneren, zodat hulpdiensten gemakkelijker toegang hebben. Elektrische voertuigen moeten daarnaast de isolatie van hun hoogspanningsaccu correct beheren.
Geautomatiseerde noodoproepen moeten informatie verstrekken over het aantal inzittenden in het voertuig, waarvoor betrouwbare detectie vereist is, zelfs wanneer veiligheidsgordels niet zijn vastgemaakt. Deze wijzigingen zijn bedoeld om snellere en nauwkeurigere hulpverlening na een ongeval mogelijk te maken.
Met de opkomst van elektrische voertuigen moeten auto’s na een crash in staat zijn om het risico op accubrand aan de bestuurder te communiceren en tijdig een waarschuwing geven als er tijdens het laden of na een ongeval brand in de accu ontstaat.
