Achtergrond Autonieuws Tech

Dit betekenen de ADAS-afkortingen – Advanced Driver Assistance Systems

november 21, 2025

De eerste vormen van rijondersteuning ontstonden in de jaren ’70 van de vorige eeuw, met systemen als ABS (Anti-lock Braking System, antiblokkeer-remsysteem). Sindsdien hebben autofabrikanten enorme stappen gezet. Moderne auto’s zijn uitgerust met allerlei sensoren, radar, lidar en camera’s die voortdurend de omgeving van de auto in de gaten houden. Die zijn gekoppeld aan systemen die de bestuurder zo nodig waarschuwen en/of ingrijpen, de auto tijdelijk besturen binnen veilige grenzen en de auto aan de kant van de weg tot stilstand brengen als de bestuurder onwel is. Dát zijn dus de geavanceerde rijhulpsystemen, ADAS dus.

Oorsprong van ADAS

De ontwikkeling van ADAS is onlosmakelijk verbonden met de technologische vooruitgang in de auto-industrie. Als het om veiligheid ging, lag vroeger de nadruk op passieve veiligheid – bescherming van de inzittenden bij een ongeval, zoals grotere bumpers, kreukelzones en later de airbags. Dan had het ongeval dus al plaatsgevonden. Die veiligheidsmaatregelen zijn nog steeds belangrijk, maar de laatste decennia ligt de focus op actieve veiligheid: ongelukken voorkómen in plaats van de gevolgen ervan voor de inzittenden beperken.

Alfabetisch overzicht van de belangrijkste ADAS

We geven een overzicht van de belangrijkste actuele ADAS-systemen en beschrijven die in begrijpelijke taal. We gaan uit van de meest gangbare afkortingen, omdat die meestal genoemd worden en hun betekenis niet altijd duidelijk is. Autofabrikanten gebruiken soms iets andere afkortingen of geven een eigen marketingnaam aan bepaalde (combinaties van) systemen. Denk maar aan Tesla’s Autopilot of Ford BlueCruise.

ACC – Adaptive Cruise Control: de naam zegt het al: een geavanceerde versie van cruise control. ACC houdt niet alleen de snelheid constant, maar ook de afstand tot de voorligger door zo nodig gas bij te geven of te remmen (zie ook CC – Cruise Control).

ABS – Anti-lock Braking System: het antiblokkeer-remsysteem zorgt dat de wielen niet blokkeren als de bestuurder krachtig remt. Hierdoor kan hij de auto onder controle houden, zelfs bij een noodstop.

ADDW – Advanced Driver Distraction Warning: dit systeem merkt wanneer de bestuurder afgeleid is, bijvoorbeeld als hij naar zijn telefoon kijkt of naar mensen op de stoep in plaats van dat hij op de weg let. ADDW waarschuwt de bestuurder als hij niet oplet.

AEB – Autonomous Emergency Braking: autonoom noodremsysteem dat een dreigend ongeval detecteert en vervolgens automatisch een noodstop uitvoert. Als de bestuurder zelf ook remt, verhoogt AEB de remdruk om de remweg te verkorten of de impact van een aanrijding te beperken.

AES – Autonomous Emergency Steering: stuurt automatisch/autonoom bij als het een dreigende botsing signaleert die niet alleen met remmen is te voorkomen. AES ontwijkt zo mogelijk obstakels.

AH – Adaptive Headlights: adaptieve koplampen passen hun richting en helderheid automatisch aan aan de situatie. In bochten draaien ze mee in de ingestuurde richting en bij tegenliggers dimmen ze gedeeltelijk om verblinding te voorkomen.

AP – Assisted Parking: parkeerassistentie helpt de bestuurder bij fileparkeren door automatisch te sturen. De bestuurder hoeft alleen nog gas- en rempedaal te bedienen (zie ook RCP – Remote Control Parking).

BSW – Blind Spot Warning: dodehoekwaarschuwing. Als een medeweggebruiker zich in de dode hoek van je auto bevindt, waarschuwt BSW je met een oplichtend lampje in de buitenspiegel aan die kant van je auto.

CC – Cruise Control: de gewone cruise control die de ingestelde snelheid vasthoudt, zodat de bestuurder geen gas hoeft te geven (zie ook ACC – Adaptive Cruise Control).

CTA – Cross Traffic Alert: waarschuwingssysteem voor kruisend verkeer, bijvoorbeeld in onoverzichtelijke situaties zoals het verlaten van een parkeervak of tussen bebouwing.

CSW – Curve Speed Warning: waarschuwt de bestuurder als hij met zijn auto een bocht met te hoge snelheid wil nemen.

DCAS – Driver Control Assistance System: verzamelnaam voor geavanceerde systemen die de bestuurder assisteren bij remmen, gas geven en sturen, gecombineerd met DMS (zie DMS – Driver Monitoring System). De auto kan gedeeltelijk autonoom rijden en controleert via camera’s ook continu of de bestuurder alert is. DCAS vormt de basis voor autonoom rijden in de toekomst.

DDAW – Driver Drowsiness and Attention Warning: waarschuwingssysteem voor vermoeidheid en alertheid analyseert stuurbewegingen, rijgedrag en alertheid bij de bestuurder om vermoeidheid te signaleren. Geeft zo nodig waarschuwingen en adviseert een pauze.

DMS – Driver Monitoring System: houdt via een camera de bestuurder scherp in de gaten en controleert of hij op de weg let.

ELKS – Emergency Lane Keeping System: assistentiesysteem dat automatisch bijstuurt als de bestuurder onbedoeld zijn rijstrook dreigt te verlaten.

ESP – Electronic Stability Program: stabiliteitscontrolesysteem reguleert het vermogen om te voorkomen dat wielen doorslippen en de auto uit balans raakt. Zo nodig remt ESP afzonderlijke wielen af en vermindert het motorvermogen.

ESS – Emergency Stop Signal: noodstopsignaal. Bij plotseling remmen knipperen de remlichten snel om achteropkomend verkeer te waarschuwen.

FCW – Forward Collision Warning: waarschuwingssysteem voor een dreigende aanrijding met een obstakel vóór de auto.

HDA – Highway Driving Assist: snelwegassistent combineert adaptieve cruisecontrol en rijstrookassistentie om de bestuurder te ondersteunen bij lange ritten op de snelweg (zie ook ACC – Adaptive Cruise Control en LKA – Lane Keep Assist).

ISA – Intelligent Speed Assistance: intelligente snelheidsassistent leest verkeersborden en helpt de bestuurder om zich aan de snelheidslimiet te houden. Afhankelijk van de uitvoering informeert, waarschuwt en/of begrenst het systeem de snelheid.

LC – Lane Centering: houdt de auto actief in het midden van de rijstrook, vaak in combinatie met rijstrookassistentie (zie ook LKA – Lane Keep Assist).

LDW – Lane Departure Warning: waarschuwt de bestuurder als de auto (onbedoeld) de rijstrook dreigt te verlaten zonder dat de bestuurder de richtingaanwijzer gebruikt (zie ook LKA – Lane Keep Assist).

LKA – Lane Keep Assist: rijstrookassistent stuurt licht bij of geeft een waarschuwing als de auto de rijstrook dreigt te verlaten.

OA – Overtaking Assistance: assisteert bij het inhalen met ACC door tijdelijk de snelheid te verhogen en daarna weer aan te passen (zie ook ACC – Adaptive Cruise Control).

PCB – Post-Collision Braking: brengt de auto automatisch na een botsing tot stilstand om vervolgschade te beperken.

PCW – Pedestrian and Cyclist Collision Warning: detecteert kwetsbare weggebruikers (de voetgangers en fietsers in de naam van het systeem) in de rijrichting van de auto en waarschuwt de bestuurder. PCW is vaak geïntegreerd met AEB (zie AEB – Autonomous Emergency Braking).

RAB/RAEB – Rear Automatic (Emergency) Braking: remt automatisch zodra het systeem obstakels of personen achter de auto signaleert tijdens achteruitrijden.

RCP- Remote Control Parking: de bestuurder kan de auto in- en uitparkeren zonder dat hij er zelf in zit.

RCTA – Rear Cross Traffic Alert: waarschuwingssysteem voor kruisend verkeer áchter de auto, bijvoorbeeld in onoverzichtelijke situaties zoals het achteruit verlaten van een parkeervak of tussen bebouwing (zie ook CTA – Cross Traffic Alert).

RCW – Rear Collision Warning: waarschuwingssysteem voor een dreigende aanrijding met een obstakel áchter de auto.

RV – Rearview Camera: achteruitrijcamera. Geeft situatie achter de auto weer via het scherm in het dashboard.

RED – Road Edge Detection: waarschuwt de bestuurder als de auto te dicht bij de rand van de weg komt en stuurt zo nodig bij.

SCF – Speed Control Function: begrenst de maximumsnelheid, die de bestuurder zelf instelt (zie ook ISA – Intelligent Speed Assistance).

SLIF – Speed Limit Information Function: leest verkeersborden en toont de geldende maximumsnelheid op het dashboard (zie ook ISA Intelligent Speed Assistance).

SV – Surround Vision: omgevingscamera geeft een 360o-beeld van de situatie rond de auto. Handig bij parkeren en manoeuvreren.

TJA – Traffic Jam Assist: fileassistent. Ondersteunt de bestuurder in langzaam rijdend verkeer met automatisch sturen, remmen en optrekken.

TPMS – Tire Pressure Monitoring System: bandenspanningscontrolesysteem. Waarschuwt bij drukverlies.

TSR – Traffic Sign Recognition: herkent verkeersborden en toont ze op het scherm in de auto.

VRU – Vulnerable Road User Detection: signaleert kwetsbare weggebruikers (fietsers en voetgangers) in de omgeving en grijpt in om een aanrijding te voorkomen (zie ook PCW – Pedestrian and Cyclist Collision Warning.

Welke ADAS-systemen zijn verplicht in nieuwe auto’s?

ABS (Anti-lock Braking System) is in Nederland al sinds 2004 verplicht in nieuwe auto’s. ESP – Electronic Stability Program volgde eind 2014. Sinds 7 juli 2024 zijn de volgende systemen verplicht in nieuwe auto’s: AEB – Autonomous Emergency Braking, DDAW – Driver Drowsiness and Attention Warning, ELKS – Emergency Lane Keeping System, ISA (Intelligent Speed Assistance) en RV – Rearview Camera.

Vanaf 7 juli 2026 komt daar ADDW – Advanced Driver Distraction Warning bij. Maar vergeet nooit: ondanks alle rijhulp- en veiligheidssystemen blijft de bestuurder te allen tijde verantwoordelijk voor de veilige bediening van zijn auto.

ADAS: de toekomst van veilig autorijden

De technologie ontwikkelt zich steeds sneller: van de eenvoudige cruisecontrol tot systemen die de bestuurder actief bijstaan en handelingen overnemen. Dankzij de toepassing van ADAS wordt het verkeer veiliger.

ADAS Alliantie

De Nederlandse ADAS Alliantie heeft alle belangrijke termen en functies vastgelegd voor de consument. Het is een Nederlands samenwerkingsverband van ruim zestig publieke en private organisaties – overheden, brancheorganisaties als RAI Vereniging, verzekeraars, kennisinstellingen en autofabrikanten. De alliantie zet zich in voor het juiste gebruik van ADAS en richt zich op de gebruikers van ADAS. Ze publiceert (informatie)producten zoals het ADAS Woordenboek, waarin de meest voorkomende rijhulpsystemen per categorie worden omschreven.