Caravanstalling overvol: mag je een camper of caravan gewoon op straat parkeren?
Kampeerdrang blijft groeien
Nederland telt inmiddels meer dan 627.000 kampeervoertuigen. Dat zijn er bijna twee keer zoveel als tien jaar geleden. Vooral de camper is in opmars. Volgens Gaspedaal.nl werd er in het eerste kwartaal van 2025 maar liefst 85% vaker gezocht naar campers dan in dezelfde periode vorig jaar. De populariteit van kamperen neemt dus nog altijd toe.
Maar al die kampeerwagens moeten ook ergens staan als ze niet worden gebruikt. Langdurig parkeren op straat is in de meeste gemeenten verboden, dus wie geen ruimte op eigen terrein heeft, is aangewezen op een professionele stalling.
Acht op de tien stallingen (bijna) vol
Gaspedaal.nl onderzocht de beschikbaarheid bij ruim 250 caravan- en camperstallingen in Nederland. Slechts 20% van de aanbieders heeft momenteel nog ruimte voor nieuwe voertuigen. De overige locaties zitten vol of werken met wachtlijsten. In veel gevallen is er alleen nog plek voor kleinere modellen of is incidenteel een plaatsje beschikbaar.
Gemiddelde kosten: 440 euro per jaar
Wie wel een plekje weet te bemachtigen, betaalt daarvoor gemiddeld 440 euro per jaar. Daarbij is het onderbrengen van een camper meestal iets voordeliger dan het stallen van een caravan. Dat komt vooral door de afmetingen: een camper zoals de populaire Volkswagen California is compacter dan veel caravans.
De prijsverschillen tussen provincies zijn aanzienlijk. Zuid-Holland is het duurst met gemiddeld ruim 600 euro per jaar. Ook Flevoland ligt met een gemiddelde van 488 euro duidelijk boven het landelijke gemiddelde. In Groningen ben je het goedkoopst uit, met een gemiddelde stallingsprijs van ongeveer 300 euro. Drenthe en Utrecht zijn eveneens relatief betaalbaar.
Prijs hangt af van meer dan alleen formaat
De tarieven verschillen niet alleen per regio, maar ook per stalling. Sommige aanbieders rekenen per strekkende meter, anderen hanteren vaste bedragen per object of per vierkante meter. Daarnaast zijn er tal van factoren die de prijs beïnvloeden.
Een overdekte of verwarmde stalling kost logischerwijs meer dan een plek op een open veld. Ook voorzieningen zoals cameratoezicht, stroomaansluiting, haal- en brengservice of de mogelijkheid om je voertuig te laten wassen of onderhouden, kunnen de prijs opdrijven.
Mag je dan niet gewoon op straat parkeren?
In de meeste gemeenten geldt dat je een camper of caravan maximaal drie dagen achter elkaar op dezelfde plek aan de openbare weg mag parkeren. Die termijn varieert soms per gemeente – van 24 uur tot zeven dagen – maar overschrijding levert in elk geval een boete op van 129 euro.
Het CJIB meldt dat het aantal boetes voor langdurig parkeren de afgelopen tien jaar is vervijfvoudigd. Utrecht voert de lijst aan met de meeste boetes, gevolgd door onder andere Eindhoven, Bodegraven-Reeuwijk en Amsterdam. Gemeenten controleren dus actief. Even het voertuig verplaatsen naar een andere parkeerplek in de straat helpt niet: de tijd begint niet opnieuw te lopen.
Ontheffing aanvragen kan
Wie langer wil parkeren voor bijvoorbeeld onderhoud of een verhuizing, kan bij de gemeente een ontheffing aanvragen. De kosten daarvoor verschillen per gemeente, maar liggen meestal tussen de 45 en 75 euro.
Caravan in de tuin stallen
Of je een caravan in je tuin mag plaatsen, hangt af van waar je woont. Gemeenten hanteren elk hun eigen regels en voorwaarden, vaak vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening. In sommige gevallen mag je een caravan tijdelijk in de achtertuin zetten, mits de caravan niet te groot is en uit het zicht staat. Wil je de caravan langer laten staan of gebruiken als extra verblijf, dan is de kans groot dat je een vergunning nodig hebt.
Slim zoeken loont
Het loont om bij het zoeken naar een stalling ook net over de provinciegrens te kijken. Een paar kilometer verderop kunnen de kosten aanzienlijk lager zijn. Zeker in het westen van het land zijn de prijzen aan de hoge kant, terwijl je in het noorden en oosten van Nederland meer kans maakt op een betaalbare plek.
Lees ook: Top 10: auto’s die volgens de ANWB het minst afschrijven