50.000 euro voor een nieuwe auto: zijn we gek geworden?
Ja, dat is best een hoog bedrag. We gaan even terug in de tijd. Volgens het Mobiliteit in Cijfers-rapport, opgesteld door BOVAG en RAI Vereniging, lag in 2020 lag de gemiddelde nieuwprijs van een auto nog op 38.373 euro. Ga je verder terug in de tijd, naar 2005, dan kostte een nieuwe auto gemiddeld 24.608 euro. Daarmee zou je, als je rekening houdt met de inflatie (56 procent), nu uitkomen op zo’n 38.388 euro.
De huidige gemiddelde nieuwprijs ligt daar dus ver boven. In nog een breder historisch perspectief: in 1975 kon je met een modaal jaarinkomen van 10.437 euro twee nieuwe auto’s kopen. Nu is het modale jaarinkomen gestegen naar 46.500 euro, maar dat is lager dan de gemiddelde nieuwprijs van een auto anno 2025.
Waarom hebben moderne auto’s zo’n hoge nieuwprijs?
De forse prijsstijging komt niet zomaar uit de lucht vallen. Nieuwe auto’s zijn tegenwoordig aanzienlijk luxer uitgerust en zijn voorzien van veel meer technologie. Denk aan standaard voorzieningen als automatische airconditioning en een uitgebreid infotainmentsysteem. Niet alleen op het gebied van comfort ligt de standaard vandaag de dag hoger dan vroeger. Moderne auto’s zijn ook uitgerust met meer veiligheidssystemen. Denk aan meerdere airbags en rijhulpsystemen, zoals automatische noodremassistentie en adaptieve cruise control.
Ook het gewicht van de moderne auto is toegenomen. Vroeger woog een compacte auto in de jaren zeventig nog zo’n 700 tot 800 kilo. Nu is dat gemiddeld 1.400 tot 1.500 kilo. Het zijn simpel gezegd complexere producten geworden. Maar, wel producten die bedoeld zijn om langer mee te gaan. Een andere belangrijke factor is de aandrijftechniek. Vooral volledig elektrische auto’s en plug-in hybrides zijn aanzienlijk duurder dan benzineauto’s.
De RAI Vereniging berekent de gemiddelde nieuwprijs voor consumenten als volgt. De nieuwprijs voor een benzineauto komt uit op gemiddeld 34.884 euro. Dat is nog onder het eerder genoemde bedrag van 50.026 euro. Een nieuwe volledig elektrische auto kost gemiddeld 50.019 euro en een plug-in hybride (PHEV) 71.599 euro. Door het verkoopvolume per aandrijflijn te wegen, komt de gemiddelde nieuwprijs van alle verkochte auto’s uit op 50.026 euro.
Ook belastingen hebben een flink aandeel in nieuwprijs
Bovenstaande argumenten hebben een aandeel in de toegenomen nieuwprijs, maar er is nog iets. Je raadt het al, ook belastingen drijven de nieuwprijs flink op. Volgens RAI Vereniging-voorzitter Frits van Bruggen is het aandeel belastingen fors: “Een consument betaalt bij de aanschaf van een benzineauto gemiddeld 34 procent aan bpm en btw, voor een hybride is dat 28 procent.”
Voor jouw beeldvorming, 34 procent van 50.026 euro is een bedrag van net iets meer dan 17.000 euro, terwijl 28 procent een bedrag vormt net boven 14.000 euro. Dit is een aanzienlijke verhoging van de catalogusprijs, dus het is niet gek dat de branchevereniging pleit voor een andere belastingstructuur. Er wordt gesteld om bijvoorbeeld over te gaan op een systeem waarbij je betaalt per kilometer, in plaats van bezit.
Nieuwe auto te duur, dus kiezen Nederlanders voor occasions
Omdat de nieuwprijzen blijven stijgen, is het niet vreemd dat steeds meer Nederlanders kiezen voor een tweedehands auto. Zeker als je bedenkt dat uit een steekproef van occasionwebsite AutoTrack blijkt dat 81 procent van de consumenten maximaal 15.000 euro wil of kan besteden aan een auto.
Nieuwe auto’s vallen daarmee buiten het bereik van de gewone Nederlander. Occasions komen meer in de buurt. Je betaalt een lagere aanschafprijs dan bij een nieuwe auto en ook hoeven de structurele kosten, zoals brandstof, verzekering en onderhoud, niet veel hoger te zijn dan bij nieuwe auto’s. Zo kunnen gebruikte auto’s dus nog jaren rijplezier bieden tegen lage kosten.
Betaalbare automobiliteit is een gestaag proces
Een andere ontwikkeling is de groei van de tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s. Volgens de ANWB worden tweedehands elektrische auto’s goedkoper in 2025. Voor veel mensen die wél elektrisch willen rijden, maar het aankoopbedrag van een nieuwe EV niet kunnen of willen ophoesten, is een occasion dus een aantrekkelijk alternatief.
De stijging in de nieuwprijs van nieuwe (elektrische) auto’s draagt niet perse bij aan een groener tweedehands wagenpark. Want om elektrische occasions beschikbaar te krijgen, moeten die auto’s eerst nieuw verkocht worden. De gemiddelde prijs van een nieuwe elektrische auto bedraagt nu 50.019 euro en dat is een flinke bult geld. Daarom komt de doorstroom naar occasion langzaam op gang, maar er is wel beweging. Zo schrijft de ANWB dat het aanbod nu toeneemt doordat grote aantallen elektrische auto’s uit leasemaatschappijen op de tweedehandsmarkt beschikbaar komen.
Er zijn ook constructies waarmee nieuwe auto’s iets meer binnen financieel handbereik komen. Consumenten kiezen in toenemende mate voor private lease. Je betaalt hiermee niet direct een grote som geld, maar verspreid over de tijd. En dan is er nog de jonge occasion, waar de kop vanaf is. Beide opties maken mobiliteit nog enigszins bereikbaar. Voor de rest is koffiedik kijken tot de markt en het fiscale beleid beter aansluiten bij de wensen en financiële mogelijkheden van de gemiddelde Nederlander.